Is ‘pensioensparen’ ook één van uw goede voornemens voor dit jaar? Hoe vroeger (lees: jonger) u eraan begint, hoe beter, want voor veel mensen zal het wettelijk pensioen niet volstaan om de levensstandaard te behouden wanneer ze stoppen met werken. Spaargids.be belicht de essentie in vijf punten.
Ruim 3 miljoen Belgen doen aan pensioensparen, vorig jaar goed voor 2,4 miljard euro aan stortingen. Alleen al via de pensioenspaarfondsen werd zo al een vermogen opgebouwd van in totaal 20,2 miljard euro. Via pensioensparen kan iedereen vanaf de leeftijd van 18 jaar tot 64 jaar geld opzijzetten voor het pensioen.
Wettelijk pensioen volstaat niet
De reden om aan pensioensparen te doen is eenvoudig: voor de meeste mensen zal de wettelijke pensioenuitkering niet volstaan om hun levensstandaard op peil te houden. Ter illustratie: sinds 1 januari bedraagt het minimumpensioen voor alleenstaande werknemers en zelfstandigen 1.326 euro bruto (en 1.657 euro bruto voor een gezinspensioen). Dat bedrag is alleen weggelegd voor wie een loopbaan van 45 jaar heeft. Was uw carrière korter, dan wordt uw minimumpensioen berekend in verhouding tot het aantal jaar dat u heeft gewerkt.
Fiscus beloont pensioensparen
De overheid stimuleert de opbouw van een extra pensioenpotje. Wie aan pensioensparen doet, kan daarom rekenen op een fiscaal voordeel. Voor pensioensparen zijn er twee fiscale maximumbedragen. Het maximumbedrag van 990 euro levert een belastingvermindering op van 30%, met een fiscaal voordeel van 297 euro. Het maximumbedrag van 1.270 euro levert een belastingvermindering op van 25%, wat neerkomt op een fiscaal voordeel van 317,5 euro.
Zowel voor wie risico’s wil nemen als mijden
Pensioenspaarders hebben doorgaans de keuze tussen een pensioenspaarverzekering en een pensioenspaarfonds. Een pensioenspaarfonds is een beleggingsfonds dat uw pensioenkapitaal belegt in aandelen en obligaties. Het rendement is dus volledig afhankelijk van de beurs. Daardoor zijn pensioenspaarfondsen risicovoller dan pensioenspaarverzekeringen. Die laatste bieden een gegarandeerde rente, met eventueel een winstdeelname als beleggingsportefeuille van de verzekeraar goed presteert. Pensioenspaarverzekeringen zijn door de lage rente veel minder risicovol, maar door de lage rente is ook het potentieel rendement veel lager (en op dat vlak zit er de eerste jaren geen verbetering aan te komen).
Vroege vogels bouwen groot kapitaal op
Wie gedurende 40 jaar aan pensioensparen doet, legt een pensioenkapitaal aan van 39.600 euro. Doet u dat 10 jaar, dan komt u maar aan 9.900 euro (waarbij we voor het gemak van de berekening even abstractie maken van jaarlijkse indexeringen van het maximumbedrag). Bovendien is er ook een rendement. Bij een jaarlijks rendement van 4% levert de spaarinspanning over een periode van 40 jaar een eindkapitaal op van 94.075 euro. Over een periode van 10 jaar is dat maar 11.886 euro.
Pensioensparen alleen zal ook niet volstaan
Voor wie een spaarpotje wil opbouwen voor het pensioen zijn er meer mogelijkheden dan enkel het fiscaalvriendelijk pensioensparen. Wie zich zo goed mogelijk wil voorbereiden, rekent daarvoor best op de vier pensioenpijlers. De eerste pijler is het wettelijk pensioen, die voor veel mensen onvoldoende is om hun levensstandaard op peil te houden. De tweede pijler omvat het aanvullend pensioen: voor werknemers omvat dat onder meer de groepsverzekering via de werkgever, voor zelfstandigen gaat het om het vrij aanvullend pensioensparen (VAPZ), de individuele pensioentoezegging (IPT) of de pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ). De derde pensioenpijler omvat het fiscaalvriendelijk pensioensparen en het langetermijnsparen. En de vierde pijler bestaat uit alle spaarinspanningen waar geen fiscaal voordeel aan verbonden is. Ook investeringen in vastgoed horen tot deze categorie