Opgelet voor het onderscheid tussen de fiscale gevolgen (successierechten) en de gevolgen ten aanzien van de andere erfgenamen
1) TEN AANZIEN VAN DE FISCUS
Van groot belang hierbij is of er reeds registratierechten zijn betaald voor deze schenking. Indien het een onderhandse schenking betrof en er geen registratierechten zijn betaald, moet er een onderscheid gemaakt worden naargelang het tijdstip van de schenking. Is dit meer dan 3 jaar voor het overlijden? Of is dit minder dan 3 jaar voor het overlijden? Indien de gift meer dan drie jaar voor het overlijden werd gegeven, dan hoeft er met de waarde van deze gift geen rekening meer te worden gehouden.
Indien de gift minder dan drie jaar voor het overlijden werd gegeven, dan moet de waarde van de gift bij de nalatenschap worden gerekend.
Het schenken van onroerende goederen valt buiten deze regel, aangezien deze altijd aan registratierechten zijn onderworpen.
2) TEN AANZIEN VAN DE ANDERE ERFGENAMEN
De schenkingen aan 1 van de erfgenamen die gedaan zijn voor het overlijden, zelfs al zijn zij gebeurd meer dan drie jaar voordien, moeten ingebracht worden in de nalatenschap.
Uitzondering: wanneer het een schenking is buiten erfdeel met vrijstelling van inbreng. Dit moet uitdrukkelijk blijken. Dergelijke schenkingen dienen te worden ingekort (inkorting: zie verklarende woordenlijst) tot het beschikbaar aandeel (zie verklarende woordenlijst)